Publicaties

Samen met maritiem historicus en oud-directeur van het Maritiem Museum Rotterdam Frits Loomeijer schreef Joke Korteweg dit boek over 50 jaar Nederlandse offshore-industrie (Amsterdam 2021). Opdrachtgever was IRO, de Branchevereniging voor Nederlandse Toeleveranciers in de Offshore Energie Industrie.

Bestellen

Over de ontwikkeling van de Nederlandse baggerindustrie aan de hand van de rechtsvoorgangers van de hedendaagse firma Van Oord (Amsterdam 2018). In het Engels verschenen als Breaking New Ground.

Bestellen

In opdracht van het Van der Weele Schipper Fonds heeft Joke Korteweg dertig interviews gehouden met kernfiguren uit de naoorlogse scheepsbouw. Op basis van die gesprekken verscheen dit boek over de Nederlandse scheepsbouw na 1945 (Hoog Keppel 2015).

Zes Nederlandse werven bundelden in 1943 hun krachten op het gebied van de bouw van baggermateriaal. Een samenwerking die uitgroeide tot het huidige Koninklijke IHC. Het boek verscheen in een Nederlandstalige en een Engelstalige versie (Hoog Keppel 2014).

Geschiedenis van een Arnhemse scheepswerf die tot 1978 bestond.  In opdracht van de Stichting Historische Schepen Arnhem schreef Joke Korteweg het gedeelte over de stoommachines en schepen die bij de ASM werden gebouwd (Hoog Keppel 2011, met dr. P. van Cruyningen en M. Hummelen).

Bedrijfsgeschiedenis van een firma in schroefaskokerafdichtingen. In 2014 is het onder de naam Lagersmit een zelfstandige onderneming geworden, los van moederbedrijf IHC (Alblasserdam 2010).

In opdracht van de afdeling Zeegeschiedenis van de Universiteit Leiden werd dit overzichtswerk van de Nederlandse kaapvaart geschreven. Het boek is gebaseerd op al het voorafgaande wetenschappelijke onderzoek naar deelaspecten van onze kaapvaartgeschiedenis (Amsterdam 2006).

Bestellen

Proefschrift over de geschiedenis van de Nederlandse zeesleepvaart als symbool van nationale trots (Universiteit Leiden, Amsterdam 2000).

Beschrijving van de 120-jarige geschiedenis van een tehuis voor oud-zeelieden te Egmond aan Zee. Het boek werd geschreven als afstudeerscriptie. Het eerste exemplaar werd overhandigd aan destijds prins Willem Alexander, beschermheer van de Prins Hendrik Stichting (Amsterdam 1995).

Van 5 tot 7 november 2012 werd het congres ‘Sea Merchants of East Asia and Global Diaspora’ te Wando-gun (Zuid-Korea) gehouden. Joke Korteweg presenteerde er een paper over Europese piraterij en kaapvaart, die in de grotendeels Koreaanstalige congresbundel is opgenomen: The 5th Changpogo International Conference (2013).

Ter gelegenheid van het jubileum van de Vereniging voor Zeegeschiedenis in 2011 verscheen een themanummer van het Tijdschrift voor Zeegeschiedenis over  maritieme gebeurtenissen in het jaar 1961. Hierin ook een artikel over de zeesleper Noord-Holland en de Nieuw-Guinea-kwestie. In: Tijdschrift voor Zeegeschiedenis (2012).

Samen met Gerard Acda schreef Joke Korteweg een artikel over maritieme literatuur in de negentiende en twintigste eeuw. In: Tijdschrift voor Zeegeschiedenis (2011)

Artikel over de scheepswerven L. Smit & Zoon en J. & K. Smit in Kinderdijk in het jaarboek van de Amsterdamse en Rotterdamse maritieme musea. In: J. ter Brugge, G. Moeyes, E. Spits, Scheepsbouw in perspectief. Werven in Nederland 1870-2009 (Zutphen 2009).

NRC-Handelsblad vroeg Joke Korteweg om in de bundel Onbekende vaderlanders. Over minder bekende helden & schurken uit de Nederlandse geschiedenis (NRC-boeken 2009)een artikel te schrijven over de Barbarijse kaper van Nederlandse herkomst Suleyman Raïs. Aan her boek leverden schrijvers als Maarten ’t Hart, Jan Siebelink en Nelleke Noordervliet een bijdrage.

De volgende lemma’s in dit vierdelige standaardwerk zijn van de hand van Joke Korteweg: ‘Dredger’, ‘Dutch Literature: an Overview’ (samen met drs. R.J.W.M. Brand), ‘Jan de Hartog’, ‘Salvage: Vessels’ en ‘Working Vessels’ (Oxford 2007, 4 delen).

Artikel gebaseerd op het boek De zee bracht hen hier in opdracht van de Vereniging Prins Hendrik. Dit artikel is verschenen in de catalogus bij de expositie Zeegezichten, die werd gehouden ter gelegenheid van het 125-jarig jubileum van de Prins Hendrik Stichting (Egmond aan Zee 2000).

Als aanvulling op Een Gedurfde Onderneming (1998) schreef Koos van Oord sr. dit boek over de geschiedenis van de firma Van Oord. Joke Korteweg deed voor dit boek de redactie en beeldredactie (Rotterdam 2016).

In het tweede deel van de serie Militaire Geschiedenis van Nederland staat de VOC/WIC centraal. De ruim 200 contemporaine afbeeldingen zijn (evenals bij deel 1) geselecteerd door Korteweg Maritiem Historisch Onderzoek (Amsterdam 2015, beeldredactie).

Bestellen

Dit boek is het eerste uit de zesdelige reeks Militaire Geschiedenis van Nederland. De handboekenserie is bestemd voor een breed publiek en beschrijft met de meest moderne inzichten de historie van de Nederlandse krijgsmacht in Europa en overzee. De circa 250 contemporaine afbeeldingen zijn geselecteerd door Korteweg Maritiem Historisch Onderzoek (Amsterdam 2013).

Bestellen

Heruitgave van een standaardwerk over de strijd tussen remonstranten en contraremonstranten (Franeker 2010, beeldredactie).

In opdracht van het Maritiem Museum in Rotterdam werd door Korteweg Maritiem Historisch Onderzoek de eindredactie en beeldredactie van de maritieme canon verzorgd. In het museum werd aansluitend een vierjarige tentoonstelling aan de canon gewijd (Zutphen 2009).

Het Nederlands Instituut voor Militaire Historie verzorgde deze uitgave van circa honderd brieven die vanuit de Republiek werden geschreven aan bemanningsleden op de vloot van Michiel de Ruyter. De brieven werden buitgemaakt door Engelse kapers en zijn als Prize Papers ondergebracht in de National Archives in Londen (Franeker 2007, beeldredactie).

Nationaal herdenkingsboek ter gelegenheid van de 400^e geboortedag van Michiel de Ruyter. Korteweg Maritiem Historisch Onderzoek verzorgde de beeldredactie en de zeer uitgebreide illustratiebijschriften in deze jubileumuitgave. Het boek werd in 2007 genomineerd voor de Zeeuwse Boekenprijs (Franeker 2007, in samenwerking met prof. dr. A. Th. van Deursen en prof. dr. J. R. Bruijn).